De periode van de tiende en het begin van de elfde eeuw was cruciaal voor de vorming van Europa, waarvan een groot deel van de politieke geografie en de grootschaligere verdeeldheid in deze tijd vorm begonnen te krijgen. Het was ook een tijdperk van grote versnippering en dus van verschillen die door moderne nationale historiografische tradities zijn uitvergroot. Dit deel van The New Cambridge Medieval History weerspiegelt deze verschillende tradities en biedt een gezaghebbend overzicht in zijn eigen bewoordingen. Het boek is verdeeld in drie delen. De eerste behandelt algemene thema's zoals de economie, de overheid en het religieuze, culturele en intellectuele leven. De tweede is gewijd aan de koninkrijken en vorstendommen die waren ontstaan binnen het gebied van het voormalige Karolingische rijk en de 'ere-Karolingische' regio van Engeland. Het laatste deel gaat over de opkomende vorstendommen van Oost-Europa en de nieuwe en gevestigde rijken, staten en staatjes van de mediterrane wereld. Taal: Engels